Dag 14 (75 km) + dag 15 (73 km) - Nanteuil-en-Vallée - Ronsenac - Minzac

Beginnen we nu dagen over te slaan op de blog? Neen, maar als je 's avonds moet kiezen tussen een gezellige babbel en 'eindelijk' een lekker frisse pineau bij een frans gastgezin, of de blog bijwerken, dan weet ik wel wat te kiezen.

Gisteren vrijdag zijn we uit onze camping vertrokken voor een matinaal bezoek aan het vlakbij gelegen Nanteuil-en-Vallée. Het zag er allemaal zeer toeristisch en idyllisch uit, dus chocoladekoeken zouden geen probleem mogen zijn. Niets van. Buiten een depôt de pain, waar je dus op voorhand je bestelling plaatst, was er niets. Dus behielpen we ons met prefab-voorverpakte en net niet voorgekauwde chocoladekoeken. Koffie? Nergens te vinden. Waar blijven toch die "Café Chez René"-toestanden. Pluspunt was wel het mooie zitplaatsje.

De tocht verliep zonder noemenswaardige opwinding langsheen de obligate graan- en zonnebloemvelden. Zo naderden we stilaan Angoulême dat we letterlijk rechts lieten liggen. Omdat we ondertussen doorhebben dat je je proviand moet inslaan wanneer de gelegenheid zich voordoet stapten we in Touvre af in een lokale kruidenierszaak. Gelukkig dat we dat deden, want voor de rest hebben we nog weinig winkels gezien. Ik vraag me echt af hoe wandelende pelgrims zich organiseren?

De route flirt met de grens tussen de Charente en de Périgord, maar blijft even heuvelachtig en lastig. En laat ons eerlijk zijn... Weinig opwindend.

Maar plots, vanaf Fouquebrune, verandert het landschap. Graanvelden maken meer en meer plaats voor loofbos. Heuvels blijven hoog maar openen nu het uitzicht op een prachtig wijds landschap. Er verschijnen dorpen op de toppen van de heuvels. Deze dorpen beginnen ook te "-ac"-en: Dirac, Torsac, ... In La Mercerie komen we zowaar aan een gigantisch, Versaille-achtig kasteel voorbij. Overal in het rond staan cypressen. Zeer mooi, maar 't ziet er wel verlaten uit. Later zullen we horen dat het in de jaren '30 van de 20ste eeuw gebouwd werd door twee ietwat gekke broers. Het project bleef grotendeels onafgewerkt, maar alle jongemannen uit de buurt leerden er wel de bouwstiel.

Ons einddoel voor gisterenavond was het kleine dorp Ronsenac. Daar zou een kleine eenvoudige camping zijn. We vonden echter geen wegwijzertjes en vroegen in de lokale bar om meer tips. Geen camping! Maar we mochten we wel wildkamperen op het lokale tennisveld. Een van de cafégasten stelde voor in de tuin van de bareigenaar de tenten op te stellen. Dat wuifde de laatste lachend weg onder het mom van "te lang gras". We vertrouwden het zaakje niet maar wel onze intuitie... En trokken verder. Net buiten het dorp stootten we op een hardhorige, oude boer. "Camping, non, mais bien oui...". Twee kilometer hoger de heuvel op. Bij Britten. "les prairies de Lattry". Wij dus met volle moed naar boven. De batterijen begonnen wel al ferm in het rood te gaan. Eindelijk komen we daar aan...alles toe, enkel een briefje aan de poort "For B&B, call" en dan een nummer. De jonge kinderen die er rondlopen weten van toeten of blazen. Echt campingachtig ziet het er niet uit. Teleurgesteld druipen we af. Voor het buurhuis staat een man buiten. Ik spreek hem aan en leg hem de situatie uit. Maar geen probleem, we mogen zowaar onze tenten opzetten in zijn tuin. Excuseer, grote tuin. Zwembad, bananenbomen, vijgen, ganzen, kippen, paarden en een campeerplekje in de appelboomgaard. Zwemmen? Geen probleem. Onbijt? Wordt voor gezorgd. Uiteindelijk trakteren Denis en Claudine ons op zwembadfun, een leuk aperitief (ja, met koele Pineau, joepie!), een gezellige avond en een keigoed ontbijt in hun buitenkeuken. Een paradijs op aarde na zo'n lastige dag. Een hemelse geschenk.

Vandaag, zaterdag was de rit zeer afwisselend. We trokken over een lange heuvelrug naar de Dordogne. In Aubeterre-sur-Dronne brachten we een blitzbezoek aan de Eglise Monolith St. Jean. Indrukwekkend, zo'n in de rotsen uitgehouwen kerk. Waarom "blitz"? Omdat we eerst niet binnenmochten, want 't was bijna middag. Na enig aandringen en verwijzend naar ons "pelgrimsavontuur" mochten we toch binnen, gratis daarenboven.

Op het plaatselijke dorpsplein genoten we van een gastronomisch topgerecht: omelet met fijne tuinkruiden, frieten en sla. Heerlijk, eenvoudig maar lekker. Kathleen koos voor de galette met ei en ham. Goede dingen hoeven niet complex te zijn. Je kunt niet geloven hoe lekker ons een petit beurre met een nectarine smaakt. 't Is net als het allerlekkerste taartje van bij de patissier.

Nu zitten we op een camping in Minzac. Winkel? Neen! Bar? Neen? Bakkerij? Ja, 3 km verder. Een vlaamse campinguitbater zou hier al veel commerciëler reageren en zelf een broodronde organiseren. Hier dus niet. We zullen dus morgenochtend de tenten opbreken en zien waar we brood kunnen vinden...

Mobiel verstuurd via HTC TOUCH D2.

Reacties

  1. Ook al moeten jullie serieuze inspanningen leveren, toch klinkt het als vakantie. Spanje is veel meer voorzien voor de pelgrims. Je zal veel bars en herbergen vinden. Lopend heb ik nooit lang moeten zoeken achter eten en drinken. Zelfs in de kleinste uithoek. Goeie moed!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Van Antwerpen naar de Waddenzee: dag 14

Nieuwe fietsen... Batavus Apache Supreme

Verkenning van het Gardameer, dag 10