Dag 3: van Moerbeke naar Mechelen

Een goede nachtrust in B&B Malpertuus, daarna een goed ontbijt en een vlot babbelende sportieve uitbaatster, meer heeft een fietser niet nodig. Dan de fiets op richting Moerbeke en Stekene. We zien weer het bewijs van ons gelijk.... eens je de lintbebouwing doorsteekt of 100 meter van de snelweg weggaat ontdek je een verrassend groen Vlaanderen. En de fietspaden zijn zeer goed.

Trouwens, zijn we slecht bezig als we met enig leedvermaak, een foto maken van de file op de E17? Ik denk het niet:-)

Onder een dreigende bewolking scheren we rakelijks langs de grens van Sint-Niklaas naar Haasdonk waar de fietsenstalling ons net op tijd kan beschermen tegen de regen. Terwijl de kindjes van de lokale kinderopvang koest gehouden worden door de monitrice, verorberen wij de broodjes die we in Stekene kochten. Ria wachtte toen buiten de slagerij en begon ongerust te worden. Zó lang duurde de wedersamenstelling van de broodjes met ham en kaas. Maar...ze waren lekker. De schooldirecteur en de schoonmaakster bekijkt het vreemde duo enigszins argwanend. Twee fietsers met bagage, op twee plooistoeltjes, onder een afdak met een broodje. "Tjoolders" zal ze gedacht hebben en gelijk heeft ze.

Daarna een koffie op het plein in Haasdonk met warempel een glaasje Amaretto erbij. We voelden ons al veel lichter.

Ons wacht nog de oversteek van de Schelde. We bereiken de rivieroever ter hoogte van Kruibeke. Vandaar gaat het over de hoge Scheldedijken naar het veer in Bazel. Dit is een mooi pad. Links zicht op de fabrieken en de Schelde, rechts de laaggeleden natte gronden. We genieten van het uitzicht. In Bazel moeten we 20 minuten wachten op de gratis fiets-en voetgangersboot naar Hemiksem. De foto's die we nu tijdens deze vakantie nemen zullen voor altijd de sporen tonen van corona: mondmaskers zijn ook verplicht op de ferry.

Het eerste wat opvalt is de rijzige toren van de oude Cistersienserabdij. Nu is het gedeeltelijk omgebouwd tot serviceflats. De voorkant is opgeknapt, de andere kant ziet er nogal verloederd uit.

Via Schelle, met zijn afgedankte electriciteitscentrale klimmen we makkelijk vanuit de Scheldevallei naar de Rupelvallei in Boom. Dit is het gebied van de Boomse klei en zijn baksteenindustrie. Daarvan getuigen de vele bakstenen schoorstenen. Via de Rupelboorden en enkele fietsbruggen komen we aan het idyllische Zennegat, op de samenloop met de Dijle. Een koffie bij de sluis, in het zonnetje doet ons deugd. Het silhouet van de Romboutstoren zien we al in de verte. De laatste 7 km naar Mechelen gaan vlot en zo bereiken we rond 18:30u het centrum van deze mooie Vlaamse stad.

Info over deze route: