Dag 21: van La Louvière naar Beloeil


We vorderden vandaag bijzonder traag. Waarom? Omdat het Nationale Feestdag was? Neen! Omdat het weer barslecht was? Neen! Omdat we de weg niet vonden? Neen! Waarom dan wel? Omdat we zoveel leuke en verrassende ontmoetingen hadden vandaag.
Het begon al met het ontbijt in Le Castillon in Trivières nabij La Louvière. Gisteren waren we daar heel warm ontvangen door Pascuale en Christiane en deze morgen werden we verrast met heel veel soorten zelfgemaakte confituren. En, zoals zo vaak gebeurt bij mensen die een B&B met hart en ziel runnen,.... de gastvrouw kwam bij ons aan tafel zitten. Ze voelde zich 100% thuis en vertelde honderduit over haar kinderen, hun huis, Italië, het werk in de B&B. Toen rond halftien Pascuale ook naar beneden kwam zette hij zich gewoon bij aan tafel. Uit de mand nam hij een croissant en speelde die met smaak binnen. Hij werd op de vingers getikt door zijn vrouw. Zijn reactie was even lakoniek. Hij pakte onze koffiepot en bediende zichzelf. Deze man voelde zich perfect thuis bij zijn gasten. Zalig toch! Voor we vertrokken wilden we ook nog een leuke foto maken. Zo komt het dat we pas tegen half elf vertrokken. Wij krijgen zelfs nog een potje zelfgemaakte confituur mee.
Richting centrum La Louvière. Het Zwarte Land. als er nu nog één iemand durft zeggen dat hier geen vriendelijke mensen wonen, dan is hij hier nog nooit geweest. De eerste die we tegen kwamen op de hoek van de straat en die we in het Frans de weg naar de Carrefour vroegen, schakelde na 5 woorden al over of gebroken Nederlands.En hij was er fier op dat hij ons op weg kon helpen. Hetzelfde aan de Carrefour. Een vrijwilliger die hier in Covidtijden de winkelkarretjes verdeelde over de aankomende klanten, wilden persé weten vanwaar we kwamen. "J'ai un frère qui habite Blankenberge. Bon voyage". Hij liep naar de volgende klant en ik hoorde hem vertellen "Ces gens font le tour de la Belgique". Gewoon heerlijk.
La Louvière is niet de sombere stad die ik verwacht had. Oké, het is niet zoals in Brugge of Bouillon, maar het is er proper en gezellig. Even denk ik dat het voltallige stadsbestuur ons opwacht op het bordes van het stadhuis, maar neen.... ze staan er toevallig voor de jaarlijkse foto van alle gemeenteraadsleden en de burgemeester. Dan maar via het Keramiekmuseum de stad uit in de richting van het historische Canal du Centre.
Momentje! Het Centrumkanaal? Dat is een kanaal dat het Kanaal Charleroi-Brussel bij Seneffe, verbindt met het Kanaal Nimy-Blaton-Péronnes te Nimy, bij "Le Grand Large" vlakbij Mons. Op het gedeelte La Louvière-Thieu, waar wij nu op rijden, zijn er 4 hydraulische scheepsliften (de eerste al geopend in 1888!) Omdat deze liften die een hoogte van 66 meter overwinnen, slechts geschikt zijn voor schepen tot 350 ton, werd eind jaren zeventig beslist over te gaan tot de bouw van een nieuwe scheepslift geschikt voor schepen tot 1350 ton, de Scheepslift van Strépy-Thieu. Dat is het logge gevaarte dat we op onze weg ook zien liggen.
De vier oude hydraulische scheepsliften behoren tot het werelderfgoed van de UNESCO en geven de streek een hoog industrieel-archeologisch belang. Ze zijn zijn bijzonder interessant om te bekijken en je kunt ook de oude machinezaal bezoeken. Het is een zeer leuk fietstraject. Absoluut de moeite.
Aan de oude scheepslift blijven we lang plakken voor.... een babbel. Eerst met een rare kwibus die nogal opschepperig deed over zijn vele buitenlandse fietsreizen, zijn eigen revalidatiecentrum en zijn hobbies (kajakken). Tot we simpelweg konden zeggen dat we ook al zijn reizen gedaan hadden, dat we ook kajakken en dat we al 21 dagen onderweg waren. En u mijnheer? Oh, één dag. Dada... en weg waren wij naar een volgende leuke babbel met een papa op stap met zijn dochter. Waar we heen gaan, wat we gezien hebben, dat België toch zo mooi en dat er nu toch veel minder file staat op de ring rond Brussel..... hup weer tien minuten blijven plakken....
Dan maar verder langsheen het kanaal via de cementfabriek van Holcim tot in Nimy, waar we via de Grand Large naar het centrum van Mons fietsen. En daar wacht ons een leuke verrassing. Kathleen en Tijs komen ons een blitzbezoek brengen in hartje stad. Het is een leuk maar kort weerzien! En ze hebben verse bokkepootjes mee. Mmmmm....
We genieten nog even van de gezellige drukte in Bergen/Mons en krijgen er ook nog vanuit de lucht de Belgische driekleur bij wanneer 3 gevechtsvliegtuigen de stad overvliegen.
Dan maar weer verder, nu richting Tertre en Hautrage langs een iets minder boeiend stukje kanaal. En dan voor het eerst op deze reis, worden we als fietsers aan ons lot overgelaten. Het oranje bord zegt simpelweg "Ravel barré 1500 m". Omleiding? Alternatieven? Niemendal. Dan maar zelf gokken en rond rijden om gelukkig weer op de goede piste te komen 2 kilometer verder. Dan nog even het bos van de Mer de Sable doorhotsebotsen om in Stambruges aan te komen. Daar zie ik al drie andere fietsers ronddwalen op zoek naar een restaurantje of bistro voor het avondeten. Een man in het deurgat verwijst ons collectief naar het enige frietkot in Stambruges. Allen daarheen.... gesloten! Ah, maar er is ook een Griek. Dan maar bellen...antwoordapparaat.... dit wordt niets. Ria stopt achter de kerk en wordt aangesproken door 3 lieve mensen die ons onmiddellijk adressen en telefoonnummers doorgeven van resto's. En als dat niet lukt, mogen we ook bij hen eten. Hopla... jammer genoeg voor ons pakt de Bouquet Provençal wel de telefoon op en mogen we daar gaan eten. Mosselen!
Om negen uur komen we eindelijk toe in onze B&B Au Petit Canteleu in Beloeil. Hartelijk ontvangen, heerlijke douche, grote tuin met zwarte zwaan en ganzen, goede zetels in de gemeenschappelijke ruimte.... we zitten hier goed.
Morgen voorlaatste etappe: Beloeil-Kortrijk

Reacties

Populaire posts van deze blog

Van Antwerpen naar de Waddenzee: dag 14

Verkenning van het Gardameer, dag 10

Nieuwe fietsen... Batavus Apache Supreme